Verlatingsangst en eenkennigheid komen meestal op hetzelfde moment voor bij een baby. Vaak versterken ze elkaar. In deze fase hecht een baby zich vaak aan één of twee personen. Hij ontwikkelt een angst om gescheiden te worden van deze personen. De fase begint meestal als je baby ongeveer 9 maanden oud is.
Wat is verlatingsangst of eenkenningheid?
Verlatingsangst bij je baby betekent dat hij bang is dat je hem verlaat en niet meer terugkomt. Het is een normale stap in de emotionele ontwikkeling van je baby. Rond de 9 maanden krijgt je baby door dat hij en zijn ouders aparte mensen zijn. Hij begrijpt dus ook dat jij hem kan verlaten. Daarnaast kan hij steeds beter denken in beelden, zoals een beeld van jou. Ook als dit beeld op dat moment niet zichtbaar is (objectpermanentie). Hierdoor mist hij jou als je niet in zijn buurt bent.
Eenkennigheid is het hechten van je baby aan een of twee personen. Hij leert het verschil te zien tussen vreemden en bekenden en gaat zich dan verbonden voelen met de personen met wie hij het meest vertrouwd is. Dit zijn meestal zijn ouders en belangrijke verzorgers.
Voor alle andere personen kan je baby (een beetje) bang zijn. Hij beseft nu dat niet alle mensen papa en mama zijn. Hierdoor kan hij angstig worden als de vertrouwde personen bij hem weggaan of als vreemden in de buurt komen.
Het hebben van verlatingsangst of eenkennigheid hoort bij de normale ontwikkeling van een baby.
Je weet dat je baby in de fase van verlatingsangst en eenkennigheid zit als je de volgende punten herkent:
- Opeens bang voor mensen. Wanneer je baby last heeft van verlatingsangst of eenkennigheid, begint hij mogelijk hard te huilen als je hem bij de oppas achterlaat. Iets wat een week geleden misschien nog samenging met een schaterlach.
- Niet zonder jou kunnen zijn. Bij verlatingsangst is het vaak lastig om je kindje even alleen te laten. Ook wanneer je even naar de wc gaat, kan je rekenen op een flinke huilbui.
- Slechter slapen. Had je kindje net de kunst van het doorslapen onder de knie? Grote kans dat hij nu in paniek raakt als je de slaapkamer verlaat, of last krijgt van nachtmerries.
- Plotseling in paniek raken. Je baby kan op onverwachte momenten in paniek raken. Hij kruipt bijvoorbeeld bijna in je als je door de supermarkt loopt, of zet het op een krijsen als de caissière je vriendelijk een fijne dag wenst.
De verlatingsangst van je baby wordt ’s nachts heel echt voor hem. Zijn vader of moeder gaat de kamer uit, waarna hij alleen achterblijft. Ook als je kindje eerst goed sliep, kan hij door verlatingsangst een echte nachtbraker worden.
Misschien heeft je baby vooral voor het slapen gaan last van verlatingsangst en valt hij alleen in slaap als jij naast zijn bed zit. Maar het is ook mogelijk dat hij ’s nachts wakker wordt en in paniek raakt omdat jij er niet bent.
Als je baby ’s nachts in paniek raakt, is het natuurlijk goed om hem (en jezelf) gerust te stellen. Zo weet hij dat je er bent. Maar maak je nachtelijke bezoekjes niet te lang en houd ze zo saai mogelijk. Geef hem een kus en zeg gedag. Zo leert je baby vanzelf weer in slaap te vallen en weet hij dat je niet voor de gezelligheid komt.
Verlatingsangst en eenkennigheid zijn natuurlijke stappen in de ontwikkeling van je kind. Hoe vervelend het ook is voor jou en je baby, je hoeft je er dus geen zorgen om te maken. Sterker nog, het zijn belangrijke stappen vooruit in zijn ontwikkeling. Ook al voelt dat op het moment van afscheid nemen misschien niet altijd zo.
Verlatingsangst en eenkennigheid gaan vaak vanzelf over. Helemaal voorkomen kan je het niet. Wel kan je proberen om er zo goed mogelijk mee om te gaan.
Hieronder 5 tips om je op weg te helpen:
- Speel samen verstopspelletjes
- Zorg voor een vertrouwde omgeving door iets vertrouwds mee te nemen
- Geef je baby de tijd om te wennen waar jij nog bij bent
- Bedenk een vast (kort en krachtig) afscheidsritueel en laat deze niet te lang duren
- Maak van het weer samen zijn een feestje